woensdag 13 juni 2012

Patrick (Liefde)Voll.


In januari van 2010 haalde de toen dakloze Nijmegenaar Patrick Voll voluit de media. Deze versloegen Patrick's zondagochtendse tocht de Molenstraatsekerk in (officieel heet 'ie de St. Petrus Canisiuskerk, maar een Nijmegenaar kent 'm zó), een kerstboom meenemend en waar hij enkele momenten later door politie van het kruisbeeld dat bij het altaar stond, afgetrokken werd. Onder andere de websites van het Algemeen Dagblad en die van de momenteel al vaker in het nieuws zijnde RoomsKatholieke Kerk deden op hun eigen wijze verslag van Patrick's acties in de Molenstraatsekerk.

Hoe Patrick uiteindelijk van het kruisbeeld in de Molenstraatsekerk afgerukt werd en wat er daarna nog allemaal meer gebeurde, heeft hij mij uitgebreid verteld. In dat verhaal horen onder andere zijn vele vaak verbijsterende en verbazingwekkende 'avonturen' bij twee (gedwongen) opnames in psychiatrische zorginstellingen: eerst in Venray en vervolgens in Nijmegen.



Beat it!

De dag aan deze bewuste zondag voorafgaand, vierde Patrick Voll zijn 33e verjaardags-feest, onder andere door met enkele van zijn vrienden naar de opnames van het BNN-programma 'Spuiten en slikken' in Amsterdam te gaan.
Wat bij deze opnames met Patrick gebeurde, is nooit door BNN uitgezonden. (Door BNN niet?!?! Ja, door BNN niet...)

Patrick: "Ik hield tijdens de opnames een stofzuiger voor het oog van de cameralens, voor het oog van de héle jeugd van tegenwoordig. Ik werd toen aangevallen door de security-gast."
Patrick vervolgt. Hij verdiept en beeldt uit: "Dus de dans-move is als volgt, hè: Je staat op, je wordt tegengehouden door een vriend van je.
Je doet de 'Beat It'. Daar begin je mee.

'Beat it, beat it, beat it, beat it!'

Dan zorg je dat de bewakings-security-gast zeg maar jou zo ziet als een bedreiging, jou om de nek vliegt."
Ik: Hoe lok je dat uit?
Patrick: "Door eruit te zien alsof je de meest gevaarlijke dude bent in het universum. Ohja! En ik wilde The Prodigy gaan dansen. Dus hij pakt me bij mijn nek , ik doe vervolgens negentig graden even zo een stukje, en dan moet je zorgen dat je hoofd mooi synchroon met het tapijt loopt."

Patrick werd voorzover ik dus begrijp door de security met zijn gezicht een heel stuk over het tapijt meegetrokken, waaraan Patrick het litteken naast zijn rechteroog heeft overgehouden (de donkere vlek).

"Zo moonwalkte ik als het ware een stukje over het tapijt heen," verluchtigde Patrick zijn ervaringen. "Om het extra schoon te krijgen ging hij daarna ook nog eens de stofzuigerzak verwisselen met zijn knie op mijn hoofd."
"Hij werd gewoon agressief," beantwoordde Patrick mijn om uitleg vragende blik. "Maargoed, toen kwam ik eruit, snapte ik eruit en dacht ik: 'Wow, wat is hier aan de hand?' Want ik was echt in mijn danswereld, dus ik dacht 'wat gebeurt me nou?' en ik zei: 'Ik geef mijn onvoorwaardelijke liefde uit dankbaarheid jullie onvoorwaardelijke zijn. Of: ik geef mijn onvoorwaardelijke zijn uit dankbaarheid voor jullie onvoorwaardelijke liefde!'
Ja, maarja, toen was het kwaad al geschied, toen moest ik naar buiten. Toen werden die andere gasten waarmee ik was ook naar buiten gegooid. Die waren helemaal pissig op mij, dus ik zei: "Jongens, zet mij maar af op het station (Amsterdam), weet je? Ik ga wel alleen naar huis."


Moederziel alleen.

Op het station voelde Patrick zich "moederziel alleen".
"Daar kwam ik allemaal naambordjes tegen van mensen waar ik naartoe zou kunnen gaan. Het voelde een beetje als sterven, die avond.
Nog voor 0:00 uur kwam ik terug, kocht twee jointjes en kroop in mijn tentje in het Luchtkasteel en dat was mijn verjaardag, zo eindigde die."

"En die beelden zijn niet uitgezonden?" vroeg ik Patrick.
"Nee, nog niet," antwoordde hij. "Ik hoop ze nog eens uitgezonden te krijgen of ik hoop ze nog eens te kunnen bemachtigen. Ze zijn nog niet uitgezonden. Maar er zijn vast wel beelden van dat ik bij 'Spuiten en slikken' was.

Toen hebben zij mij een mailtje gestuurd, de dag daarna, met: 'Gefeliciteerd Patrick, met je verjaardag!', blabla en ik dus een mailtje teruggestuurd: 'Ja, hallo, ik ben die gozer die jullie eruit hebben geflikkerd op zijn verjaardag -en bedankt, weet je? Ja...
Als ze wisten wat ik nou had doorstaan, zeg maar, in de tussentijd. Ik heb echt in een twee maanden durende 'Spuiten en slikken'-show gezeten. Niet normaal."



Doornroosje.

"Google maar op 'psychoot' en 'nijmegen' en je vindt mijn naam al," vertelde Patrick me -en inderdaad, het werkte. Tot nog toe echter is er amper of niet aan Patrick om zijn eigen verhaal gevraagd. Maar jij leest het hier, vaak (vrijwel) letterlijk overgenomen van hoe het op mijn dictafoon werd vastgelegd.

Die zaterdag de 16e januari ging Patrick Voll naar het Nijmeegs uitgaanscentrum Doornroosje. Op de 14e, twee dagen ervoor, was hij 33 jaar oud geworden. Voor velen is dit een mijlpaal-leeftijd, omdat verschillende beroemde mensen uit het (nabije en verre) verleden niet ouder dan 33 jaar werden. Ook voor Patrick had het bereiken van deze leeftijd een symbolische waarde. Jammergenoeg wilde de verjaardagssfeer er eigenlijk al vanaf die 14e januari niet goed inkomen.

"Goed, je werd Doornroosje uitgegooid. Hoe gebeurde dat?"
"Het was vijf, zes uur 's ochtends toen ik eruit gekickt werd, omdat ik een capuchon ophad en in hun reglementen staat dat dat niet mag. Maar ik ben een Pastafari. Ik heb mijn kleren aan om gedragen te worden en niet om beoordeeld te worden gewoon. Ik kan er niks aan doen dat er een capuchon op mijn kleren zit. Ik zette hem op, omdat ik door iedereen aan werd gekeken."
"Het was vijf, zes uur 's ochtends en jij werd uit Doornroosje gekickt."


Mariënbosch.

Patrick liep van Doornroosje uit richting de Mariënbosch. Dat is een oud kloosterpand aan de Groesbeekseweg in Nijmegen, waar al enige tijd verschillende kunstenaars antikraak wonen. Ook Patrick vond hier de afgelopen periode regelmatig onderdak en had er samen met anderen een atelier, onder andere met medeNijmegenaar en kunstenaar Jeroen Bevers.

"Ik had daar alleen geen sleutel meer van en kon er dus niet binnenkomen. Dus ik liep daar gefrustreerd in mijn uppie over straat en ik zat buiten. Het was koud en alles was besneeuwd.
'Weet je wat we gaan doen? We gaan naar het Radboud ziekenhuis toe,' dacht ik toen. Dus ik naar het Radboud toe."
"Waarom naar het Radboud toe?"
"Hulp vragen. Crisisdienst."
"Waarvoor?" vraag ik.
"Nou, mijn paspoort is mij afgenomen, het is aan het vriezen buiten èn ik heb geen jas bij me, want die is in Roosje blijven hangen. Dus ik ben net van mijn hele identiteit beroofd, zeg maar, door Doornroosje."
"Hoe is dat gegaan?"
"Door mij eruit te zetten bij Doornroosje en mij mijn jas niet terug te geven."
"En jij hebt om die jas gevraagd?"
"Nou, ik werd er gewoon uitgegooid bij min hoeveel graden. Ze vragen niet eens wie je bent, hoe je bent, wat je bent, ze hebben mij gewoon eruit geflikkerd zonder iets te vragen. Ik raakte in paniek en heb, eh ja, ik heb gewoon letterlijk op de grond gelegen, met mijn handen en voeten slaand en stampend en 'Help, help!' gillend en schreeuwend. Niemand die hielp. Die bewaking die er maar bij staat: 'Wat is die gast raar aan het doen'. Zij vielen mij aan vanuit het niets. Ik had alleen mijn capuchon op en ze trokken mij bij mijn kleren naar buiten. Vanuit het niets."


Crisisdienst.

"Oké, Crisisdienst, daar ging je naartoe."
"Ja, dus ik ging naar de Crisisdienst, nou ja, in ieder geval, de hoofdingang bij de eh..."
"... de EHBO..."

Patrick liep van Doornroosje uit naar het Radboud ziekenhuis, wat een wandeling van ongeveer een halve kilometer is. Daar aangekomen, liep hij eerst richting internet-eiland om een excuus-email te versturen naar zijn familie. Hij wilde vertrekken, maar bedacht zich en liep richting restaurant. Dat bevindt zich binnen hetzelfde vertrek van het ziekenhuis. Hij wilde nog een kopje thee pakken.

"Daar zie ik een heel groot kruis hangen," vertelde Patrick mij. "Nee! Ik zie gewoon een gózer hangen! Die hangt niet aan een kruis, die hangt daar gewoon aan de muur! Een Jezus-gestalte.
Op dat moment komt de bewaking binnen. Ik was net al aangevallen door bewaking bij Roosje en deze bewaking is ook niet echt vriendelijk naar mij.
Hij vraagt me: 'Is dat van jou?'
Dus ik zeg 'Is wat van mij?' en ik hou me vanaf dat moment echt van de domme, maar niet zomaar van de domme, nee, van de súper-domme! Ik doe net alsof ik mijn geheugen kwijt ben en van níks meer weet!"
"En 'ik doe net...'; dat is ook ècht zo?" vroeg ik.
Blijkbaar wilde ik tijdens ons gesprek polsen wat Patrick bewust inzette -en wat zijn onbewuste als vanzelf inzette: waar hij wel en waar hij geen controle over had.
"Ja," antwoordde Patrick me.
"Zo te horen wel," beaam ik.
"Dat heb ik toen gedaan! Ik deed net alsóf. Ik speelde een spel met ze, want zij spelen het spelletje dat zij aan de veiligheid doen. Ze hebben me net aangevallen, dus ik ga nu spelen dat ik niks meer weet."
"Dus ik had dat water en eh..."
"...Sambal," vul ik aan en op zijn beurt vult Patrick mij weer aan:
"...gesymboliseerd als dat ik het water en vuur mee had genomen. Want sambal en thee zijn..."
"...water en vuur..."
"...plus ik was mijn geheugen kwijt, dus ik stond me er bijna weer uit te kleden, want ik was de schaamte voorbij. In Doornroosje was ik toch al met de billen bloot gegaan."
"Ze zeiden 'Doe je jas uit' tegen me. Ik was nog steeds in een spel-mode. Ik was echt heel gefrustreerd naar de wereld toe."

"Dus zo probeerde je ze -'voor de gek te houden' is een verkeerd woord, maar..."
"...een beeld te scheppen van wat zij van mij wilden zien. Want mij is net mijn paspoort ontnomen en ik voel me weer een illegal alien.

'I'm an alien, i'm an illegal alien, I'm an -peeep!- in -peeep!-"

Wat later kwam daar nog een christelijke geestelijke bij, aldus Patrick. Patrick zette het water en de sambalbeker neer en speelde zo nog wat spelletjes met ze, zoals hij het noemt.
"Maarja, ze lieten mij gewoon gaan," verzuchtte hij.
"Ze lieten mij gewoon gaan in die toestand en ik had zoiets van 'What the fuck man! Nu dondert er iemand van een kruis af, van hun muur af, die komt water en vuur brengen en ze houden hem nog niet tegen? Komt zo'n vago naar jullie toe, jullie snappen er niks van en jullie verwijzen hem niet eens door! 't Is weer eens zo ver. Hulp van het systeem. Ik denk 'Nou ja!."


De Hof van Heden.

Nabij de gebouwen van het Radboud ziekenhuis ligt een bothanische tuin, in de wijk Brakkenstein. Patrick had deze tuinen inmiddels zelf omgedoopt tot de 'Hof van Heden'. Hij liet de bewaker en geestelijke achter in het Radboud en liep naar zijn Hof.

"Ik loop daar door het watervalletje heen, alsof ik weder-geboren werd. De doop. 'Ik zal ze hebben, zeg!'" 
"Wie was erbij?"
"Niemand," antwoordde Patrick.
"Niemand, jij was daar in je uppie."
"Volle maan was het."
"Wow..."
"Nou," vervolgde hij, "dus ik ging door die stroom heen, door dat meertje, met mijn schoenen, terwijl het vroor en sneeuwde. Ik wist, ik moest snel zijn, want het is koud, dus ik moet op temperatuur blijven. Ik wist, de volgende etappe moest ik alles rennend doen. Ja, anders krijg je koude voeten..."
"O, zo. Oké. Puur voor de warmte."

Hoe enkele dagen eruit kunnen zien voor iemand. Enkele dagen voor het weekend was Patrick 33 jaar oud geworden, werd bij opnames van BNN verwijderd, ging later naar uitgaanscentrum Doornroosje, werd daar eruit gegooid en verloor daarmee zijn huissleutel en zijn identiteitsbewijs, viel als een gekruisigde zonder kruis van de muur af bij de crisisdienst in het Radboud ziekenhuis en werd opnieuw geboren in de bevroren en besneeuwde stroom van de bothanische tuin.
Patrick's verhaal, Patrick's zelfgeleefde verhaal ging nog verder. Vanuit de tuin liep hij opnieuw naar de crisisdienst en kwam hier weer een andere beveiligingsbeamte tegen.

"Maar de eerdere bewaking had wel al rondgebeld dat er een verwarde man rondliep, dus eh, ik loop weer naar buiten, ik loop weer terug naar dat meertje waar ik gedoopt ben en eh, ik merk," hij lacht weer, "dat de bewaking mij aan het volgen is."

De tuin was in een winterse deken van ijs en sneeuw gehuld. De waterstroom die erdoorheen loopt bevroren. Deze stroom vindt zijn begin bovenop een rotspartij in de tuin en watervalt van daar af de tuin in. Patrick beklom deze rotsen en zag onderaan de nu bevroren stroom, wat verdekt opgesteld, de bewakingsbeamte naar hem staan kijken.
"Daar riep ik hem, heel hard, uit het volst van mijn borst op die rotsen."
Met een lage, zachtgemaakte bulderstem hoorde ik Patrick zichzelf citeren: 'Hoe durft u toe te kijken terwijl een god een bad gaat nemen?'
Ik speelde het spel wel mee, hoor, gewoon, het moet wel gespeeld worden. Hij verdween in de schaduw en ik verdween de andere uitgang van het crisiscentrum in. Ze waren me weer kwijt."


Luchtkasteel.

"Waar ging je heen?" vroeg ik.
"Ik liep terug naar het Luchtkasteel, in de hoop dat Jeroen of iemand er zou zijn. Toen ik daar aankwam, voor de tweede keer, vloog er een roofvogel weg: 'Iieeew!' imiteerde Patrick het geluid van die roofvogel.
"Ik klopte, drie keer, maar er deed niemand open. Toen ben ik even de bossen ingelopen. Daar is een heel lang voetpad. Ik had natte, koude voeten. 'Ja, dan móét je ook een vuurdoop ondergaan', vond ik, maarja, 't was hartje winter en ik had geen vuur.
Maar ik weet wel: met een vuurdoop hoef je niet per se over kolen te lopen. IJs is net zo hard als beton als het koud is. Het is net vuur."
"Daar kun je je zelfs aan branden, daar kun je blaren van krijgen."
"Naaldenprikken, in principe."
"Ja," zeg ik halfvragend naar het vervolg van zijn verhaal.

"Ik deed mijn schoenen uit en mijn hesje. Er staat een Jezusfiguur op het terrein van het Luchtkasteel. Daar hing ik zó mijn capuchon op. Daarop staat 'Rave against the Machine' geprint en ik dacht:
'Ja, het feest moet maar effe afgelopen zijn'
Ik legde mijn raverskostuum af dus en daarmee ook mijn verzet, zegmaar. Dat symboliseerde mijn feestend verzet: Dat ik mij altijd moet herinneren dat ik feestend het verzet moet leven.
Ik trok mijn schoenen uit, twee mooie jumpers en ging springen als een kikker. Op mijn blote voeten sprong ik, eerst naar een boom die ik een heerlijke knuffel gaf. Daar had ik -mijn ring of fire is dat. De ring van vuur. Zo noemde ik dat, mijn wandeling: de ring van vuur. Omdat het water en dan, je gunt de boom leven en als je eromheen danst geef je het water aan de boom en dan heb je een ring van vuur gecreëerd, als een zonnetje eromheen gedanst. Daarna ben ik teruggelopen.
Onee! Toen stond ik daar hoorde ik drie keer de bel. Ik stond daar en ik hoorde drie keer de bel. Dus ik heb net het zonnetje gedanst; ik hoor drie keer de bel!"

"Phew, symbolieken... En welke bel? De klokken of wat, of welke bel?"
"Ja, de kerkklokken hoorde ik drie keer. Ik liep vastbesloten op mijn blote voeten naar de stad toe.
'Oh mooi!' dacht ik, 'Zondagmis. Ik ga hulp vragen!'
Dus ik op mijn blote voeten van de Mariënbosch naar de stad toe, mijn broek omhooghouden enzo, op mijn blote voeten door de stad."


De Molenstraatsekerk.

Het Luchtkasteel (het Mariënbosch-klooster) ligt, ik schat zo'n kilometer of twee, misschien wel drie, van het centrum van Nijmegen vandaan. Dat heeft Patrick op die zondagochtend dus op zijn blote voeten gelopen, waarschijnlijk in flinke vaart om -inderdaad, zo warm mogelijk te blijven in de vrieskou van de afgelopen winterdagen.

"Op zo'n honderd meter van die kerk lag een kerstboom op straat. Ik dacht 'Mooi! Ik zal eens een witte kerst creëren! Mooie kerst, alles bij elkaar!' Onderweg waren mijn voeten hard geworden. Ik voelde me geaard als beton, ik voelde me sterk, het vuur in mij brandde, het moest gekoeld worden. Oh! Wat hadden ze me nou aangedaan? Ik mocht mij niet meer van ze vertonen! Er was iets waardoor ik aangevallen werd, de hele tijd, terwijl ik gewoon mijn ding, mijn dansje wilde doen. Wat was dat? Waarom werd ik zo tegengewerkt?"

"Dat was de drive waarmee jij liep."
"Ja. Ik liep die kerkdeuren door en kwam de kapel binnen en op dat moment -ik zag alleen maar rood, alleen maar vuur, rood. Je loopt die gang door en daar ligt een rood tapijt. 't Is rood, alles is rood, je kijkt naar boven, je ziet al die kaarsjes branden, allemaal goud, allemaal rood, allemaal glitter, allemaal praal en je komt er met die kerstboom en je gaat die zij-ingang in. Ik zag niemand zitten. In de hele kerk niet. De kerk was leeg. In mijn beleving, de kerk was leeg. Ja, leeg. Ik liep naar dat bordes of hoe dat heet, dat altaar, en zette de kerstboom neer. Ik trapte mijn broek uit en ik raakte daarbij wat plantjes. 'O! Die plantjes hebben hier geen schuld aan! Als zij het mooi maken, moet ik het niet lelijk maken. Dus ik was die plantjes alweer aan het corrigeren en draaide me om, liep naar het altaar toe, pakte de sleutel die erop lag..."
"...waarvan..?"
"...ja, ik denk van die nis, die ze altijd openmaken..."
"...voor de hosties enzo..."
"...ja, en op dat moment had ik dus niets anders aan dan alleen een housebroek, gewoon een housebroek met zwartwitte tekens, en een grijs t-shirt van 'Homeboy'. Ja, Homeboy, ik was thuis, en met 'explicit parental advisory, explicit graphics'.
Tsja, ik ben beeldend vormend docent, dus dit was beeldend vormen les 1.
En ja, ik besefte me dat ik in de periode ervoor uit stommigheid, weetje, dan ben je een van die filosofen, je ziet jezelf als een van de filosofen en je vindt Homer Simpson één van de grootste filosofen en je weet dat je het gewoon moet laten ontstaan en dat soort dingen.
Je bent dus een hele tijd aan het grappen zo van 'Ja, als Nietzsche zegt 'God is dood', dan roep ik voor de grap 'Laat mij maar zien waar hij gestroven is, dan kom ik er achter waar en hoe en dan creëer je hem in de creativiteit, in de liefde voor je werk, in de liefde voor datgene wat je moet doen. Dáár vind je hem in. En dat deed ik dus."

"Hoe komt dat," vroeg ik tussendoor, "dat je in eerdere gesprekken met mij heel erg benadrukte een atheïst te zijn, maar dat god nu toch wel erg regelmatig in je verhalen en intenties terugkomt?"
"Omdat mensen er niet bij stilstaan dat het, net als al het andere, een afspraak tussen mensen is."
"God ook?"
"God ook. Men gelooft ergens in."
"En waarom gebruik je god in jouw woorden en in je acties en zo dan, als het 'maar een afspraak' is?"
"Een harde benaming."
Hij lacht.
"Makkelijk te gebruiken?"
"Nee, niet makkelijk te gebruiken, moeilijk te gebruiken. Omdat het een abstract begrip is. Maar ze maken het niet abstract, ze houden het niet binnen die abstracties, ze maken het ook in de realiteit."
"Ze zeggen 'god vindt dat wel en niet goed'," probeer ik.
"Precies."
Raak. Gelukkig.
"Oké. Ze leggen hem dus woorden in de mond."
"Ik gebruik hetgene als hetgene ik observeer. Hoe mensen ermee omgaan."


De kapelaan.

In de tot dan toe verder verlaten Molenstraatse kerk komt dan de kapelaan binnengelopen. De naam van deze beste man is al eerder gepubliceerd op het internet, ook op de website van de RKK. Dat heeft mij doen besluiten ook hier zijn voornaam te laten staan.

"Dus, die beste man kwam naar me toe en zei meteen: 'Ik wil die sleutel!'"
"Dat waren zijn eerste woorden: 'Ik wil die sleutel'?" vroeg ik.
"Ja: 'Wie ben jij? Ik wil die sleutel.' 'Wat kom je hier doen?' 'Dat weet ik zelf ook nog niet', dat kan hij hebben gevraagd, maar hij wilde die sleutel en ik zei hem: 'Nee, die krijg je niet, die is van mij. Ik neem de mis over, ze moeten een goede Pastafari hebben. Hij wilde die sleutel bruut van me afpakken."
"Hoe ging dat? Hoezo 'bruut'?"
"Nouja, bruut, hij wilde hem gewoon van mij afpakken."
"Hoe?"
"Gewoon, afpakken."
"Hij greep naar jouw hand."
"Ja, en ik zeg 'Nee jongen, die is van mij'

Ik klom dat altaar op, waarop ik hem vroeg: 'Wat is mijn naam?'
Hij keek me aan. Ik zei: 'Wat is mijn naam?'
Ja, niks, en ik vraag hem voor een derde keer: 'Wat - is - mijn - naam?', waarop hij zei de politie te zullen gaan bellen. Dat was zijn antwoord: 'Ik ga de politie bellen'.
Toen dacht ik 'Wat? Jij gaat meteen de politie bellen?' Hij deed niet eens een poging, hè."
"Een poging om..?" vroeg ik.
"Mijn naam. Ik ben een mens. Doe een goede poging. Kijk voor je, er staat een mens, geef hem een naam. Op dat moment had ik geen naam. Hij ging de politie bellen. Hij liet mij alleen en volgens mij was het in die periode waarin ik nog enkele malen naar het podium ben gelopen. Ik dacht 'nu sta ik hier' en schijnbaar heb ik niet voor niets mijn gedichten geschreven, dus ik ren naar het podium en ik ben in de veronderstelling dat de microfoon aanstaat, dus ik begin te spreken met 'Wederopstanding. Wederopstandig.'"
Maar de microfoon was uit, dus uit volle borst proclameerde Patrick toen:

"Staande terwijl ik de levende doden bekijk,
zo weinig reactie, neem ze graag in de zeik.
Ze kijken me aan met zo weinig gevoel.
Ik spreek tot ze, ze weten niet wat ik bedoel.
Ik roep 'Kijk eens op van je zompige graf.
Aanschouw de zon en geniet van je dag.' 

"Toen ben ik weer teruggeklommen, helemaal de tabernakel in, het kruis tussen mijn -het grootste gedeelte van de tijd rustig afgewacht, maar toen hij mij lastig ging vallen..."
"De mis zou gaan beginnen?"
"Volgens mij wel, maar ik ben de tijd niet rijk op dat moment. Ik leef sowieso in Caïros, dus het was het opportune moment voor mij om dat te doen. 33, na 3 dagen feest proberen te vieren, kerst niet mogen vieren, nieuwjaar niet mogen vieren, al die feesten niet mogen vieren van mensen, stond daar op het altaar en die Bavo communiceerde en wilde mij eraf hebben."

"Wat ik mij eigenlijk aan het symboliseren was," vervolgde hij, "alleen al om het simpele feit dat hij de politie had gebeld: Ik stak de sleutel in mijn mond en ik draaide mijn mond dicht.
'Bavo, jongen, alles wat jij had kunnen doen was normaal met mij communiceren inplaats van die sleutel van mij afpakken, beseffen van die jongen heeft iets te zeggen. Nee je geeft hem niet eens de kans. Geen communicatie', dus ja, dan krijg je ook geen communicatie terug.

Vanaf dat moment heb ik mij volledig abstract gedragen. Ook naar iedereen die ik tegenkwam, behalve de mensen die ik al vantevoren heb leren kennen. Want ik wist dat ze nu een beeld van mij gingen scheppen..."
"En hoe zag dat eruit? Je kwam daar mensen tegen, kerkgangers..."
"Nou, ik kwam er geen mensen tegen, ik zat daar nog steeds in die nis en was ook nog aan het zingen: Gnarls Barcley."
"Wat dan?"

'I could paint a picture with a pen
But a song will only scratch the skin
And there are still places I haven't been
Because I know what's in there is already in the air'

...Maar in de kerk, dus dan klinkt het een stuk bombastischer, maar het tweede stuk wordt nog veel vetter, want dan brandt het los met:

'Hey, hey, hey, there's truth in the thunder
Love in the lightning, the feeling is frightening
But isn't it exciting?
I'm something like stormy weather
Without it we'd never
Huddle together, do I have to tell ya
That I'm also the sunlight, that shines shortly after?
I just rain cause I have to, on to a new chapter
I wish you lots of laughter
Til the next time you see me
Just remember you need me, I'm the storm coming...'

Dus dat was ik aan het zingen. En die andere coupletten die kwamen pas in het gekkenhuis weer terug, zegmaar."
"Maar die twee, die heb je daar gezongen."
"Ja."


"Dan komt die Bavo dus en die zegt van 'Ja, je moet eraf'. Alleen al zijn ogen. Alleen al de gedachte achter zijn ogen. Ik stond op dat altaar en ik vroeg de naam, mijn naam, en ik zag in zijn ogen alleen maar ongeloof. Alleen maar ongeloof."
"Hij wilde je naam in het begin toch al niet weten, toch?"
"Bij voorbaat niet, bij voorbaat niet. Dan had hij kunnen weten dat ik Liefdevoll was."
Wanneer je Patrick (een beetje) kent, weet dat dit een vaker gebruikte woordspeling met zijn eigen achternaam is.

"Bavo zijn ogen spraken voor mij in elk geval boekdelen, vooral toen ik mijn broek naar beneden trok. Ik zat daar, in die nis en er gebeurde al een tijdje niks en ik dacht 'Nou ben ik er toch, nou moet ik het doen' "
"Wat?"
"De grap der grappen."
"Mijn idee van wat hij zou doen als hij terug zou komen op deze aardbol..."

"Wie is 'hij'?"
"Diegene met een grote G - O - D [lacht], wat zou die doen?"
"Oh, ik dacht aan eentje met een J en een C."
"Die had ik dan weer niet, want zijn terugkomst, komt met dezelfde terugkomst terug als zijn vader. Logisch, toch? In feite ben ik op die avond ook de geestelijke vader geworden van Jezus. Ik heb hem gecreëerd, diezelfde avond, in abstractie, in fotografie, diezelfde avond. Dus wat zou hij doen als hij terug zou komen? Ik kijk die Bavo aan, strak gezicht, zonder te lachen. Ik zeg tegen hem: 'Nu ben ik voor de eerste keer in tweeduizend jaar terug op aarde en wat kom ik tegen? Mijn zoon, aan het kruis genageld! Daar zakt mijn broek van af! En op dat moment laat ik mijn broek zakken en ik zie die ogen van Bavo alleen maar groter worden, want hij aanschouwt het èchte kruis van een jonge god van drieëndertig en ik weet dus voldoende. 'Jou is het alléén maar te doen om de kleine kindertjes in de broek te zitten!' "

"Phew, dat is actueel..."
"Nou, toen was dat nog niet actueel, maar die was messcherp! Hard in het hart! Bam! Motherfuckers! Blijf van die kinderen af! Blijf uit hun geest! Spook daar niet rond. Laat ze het zelf uitzoeken. Daar ben ik nog het meest boos over, want mijn docentschap wordt mij afgezegd doordat ik dit soort praat gewoon, ook daadwerkelijk erachter sta binnen het onderwijs."

"Dit heb jij dáár gezegd?"
"Nou, ik heb ze wel gezegd dat ze alles eraan deden om aan kleine kinderpiemeltjes te zitten. Daar moest ik toch wel even op hameren. Maar die Bavo, ik zag het in zijn ogen. Ik zag het in zijn ogen wat er allemaal speelt. Je kunt voor mij niks verbergen. Mafkees. Ik zag in zijn ogen toen ik op dat altaar stond, zo van 'Wat? Jij hem? Nooit.' Ja, en dat heb ik dus gecreëerd.
"Wat? Jij hem? Nooit?"
"Ja, 'vraag drie keer naar zijn naam'."
Patrick gniffelt.
"'Wat moet ik dan zeggen?' denkt Bavo. 'Huh?' Zijn hersentjes kraken. 'Huh? Wat? Nee... Jij hém? Nee. Nee, nooit!' Grappig. Ik zie het ook meer als een grappig idee wat hij moet hebben gedacht, waar ik achteraf op kwam toen ik al opgesloten was. Omdat, ja; ik heb dus een Sint Juttemus gecreëerd! Het moment 'Nooit'. Dus dat vond ik wel mooi. Ik had de kerstboom ook gevonden, die had ik gejut, vond de sleutel, die had ik ook gejut, nou, het kruis tussen mijn benen [lacht], dat hing er al, maar dat kruis wat ik erneer zette..."
"...dat had je ook gejut..."


De sterke arm der wet.

"Toen kwam de sterke arm der wet. Tenminste: Jan politieman."
"Dat kruis, ik heb gehoord dat je erin hing, dat je erin klom."
"Dat nog terzijde."
"Eerst komt Jan de politieman aan en Jan, die ken ik. Ik herken hem. Ik herken Jan de politieman, want die heeft een heel typerend gezicht en Jan de politieman ben ik al eens tegengekomen toen ik hier op straat een keer met een zwerver stond te kletsen, gewoon rustig een energydrink erbij, weetje, jointje roken met die gasten, praten, gewoon, hoe is hun leven, weet je? Die ochtend, een mooie rustige ochtend, je wordt dus lastig gevallen door mensen! Zodoende ook; er stopt een politieauto voor onze neus. En wie stapt er uit? Jan de politieagent. Die vraagt aan die gast, die kwam uit Brazilië, waarmee ik praatte: 'Hey! Lekker in het zonnetje? Ben je al niet bruin genoeg?'
Dus ik schiet uit mijn vel. Ik zeg: 'Pardon? Dat is een racistische opmerking!'
En Jan vraagt aan mij: 'En wie bent u dan?', waarop ik op mijn meest sarcastische manier kan antwoorden: 'Voor u ben ik de lieve heer hoogstpersoonlijk'.

Ik sta daar nu dus op dat altaar, in die nis, en ik herken hem, als zijnde 'een gewaarschuwd man telt voor twee!'. Gewoon laten gaan! Dus hij komt en hij rukt mij gewoon aan mijn voet. Aangezien ik het kruis tussen mijn eh..."
"...jij hing daaraan..."
"...zo al geklemd had, zegmaar, ja ehm, ik werd getrokken dus ik duw van me af. Dus dat kruis dat eh, dus ik kom van dat kruis, ik word van dat kruis afgetrokken, van dat altaar en daar heb ik een snee aan overgehouden op mijn linkerbovenarm en ik word door die agenten de kerk uitgetrokken terwijl ik weer 'Storm Coming' zong. Volgens mij nog meer liedjes ook. En toen ik langszij langs de kerkgangers werd gedragen, heb ik de hele tijd 'help, help, help, help' geroepen, want ik werd van het kruis afgetrokken door de arrogantie van macht, want in mijn optiek mochten ze mij niet lastig vallen, want ik was een mens dat om hulp vroeg in een kerk, in principe, hoe abstract die hulpvraag ook was. Je had me op z'n minst naar mijn naam kunnen vragen."

"Mijn hulpvraag," stroomde Patrick verder, "werd dus zo beantwoord, met die arrogantie van macht. Zij denken dat ze dat mogen, terwijl ze op heilig grondgebied iemand van het kruis af hebben gehaald. Dat heb ik niet verzonnen, dat deden ze zelf, dat is hun arrogantie. Ze wilden niet luisteren: 'Hier kan dit niet. Jullie mogen dit niet, hier gelden andere regels. Hier geldt niet jullie wet, hier geldt het goddelijk recht. Dat heb ik niet verzonnen, dat is niet mijn ideeënwereld, waar ik hier in zit! Dit is jullie eigen ideeënwereld! Ik leef in mijn eigen ideeënwereld. Dus zij haalden mij ervanaf en sleepten mij in de politieauto, ze houden mij met z'n tweeën bij de schouder vast en ik zie dat Jan de politieman instapt en die heeft een watje in zijn oren met bloed, waarop ik reageer: 'Wie niet luisteren wil, moet maar voelen'. Ik straf onmiddelijk. In die zin, ik zag het gebeuren, het gebeurde en ik liet het gebeuren alszodanig. Het moment ontstond. Hij had schijnbaar zijn oor geschaafd aan het kruis. Ik heb de arrogantie van de macht geswaffeld." [gniffelt]

"Met een houten kruis in dit geval."
"Nee, dit was mijn gouden kruis. Maar daarna hebben ze mij in een politiecel, gewoon rustig, niks geen paspoort bij, niks, ze hebben me gewoon, brf!, in de isoleercel geduwd en daar begon het dus met die camera. Daar heb ik mogen ervaren om daadwerkelijk een 'zij' tegenover je te hebben als marsmannetje."
"Jij was een marsmannetje."
"Ja, ik kon overal vandaan komen. Het had niet uitgemaakt voor ze."
"Dus wanneer hier marsmannetjes landen, dan gebeurt hier hetzelfde mee?"
"Precies, dan proberen ze in ieder geval hetzelfde met marsmannetjes te doen. Nee, wat ik daarmee probeer aan te geven: als jij illegaal bent en jij hebt een fatsoensnorm overtreden in de zin van de samenleving, dan gaan ze zo met je om."


The Truman Show.

"Hoe is 'zo' in een paar woorden?" vroeg ik daarom.
"The Truman Show." Patrick leek het voorbeeld direct paraat te hebben. "Jij bent de geobserveerde en op het moment dat jij weet dat je de geobserveerde bent, dan leef je dus in een Truman Show. Als jij de film hebt gezien, dan weet je hoe dat is. Dus je wordt geobserveerd. Daarna, elke film die je ooit hebt gezien, daarin komen wel verwijzingen in terug van hoe dat is, in de gevangenis, in zo'n viermurensysteem. In Groundhog Day. Ook van toepassing: Elke dag hetzelfde beleven. Omdat je dus die regelmaat hebt in je leven. Op het moment dat ik er niks aan zou hebben gedaan, zou je Groundhog Day hebben voor de rest van je leven, zou elke dag er hetzelfde uit hebben gezien."

"En dat is eigenlijk wat 'ze' willen. Dat jij je cirkeltjes draait en te volgen bent?"
"Niet wat ze willen, dat is misschien wat ze willen bij een bepaalde groep van mensen in deze samenleving, want het is er dus. Het bestaat dus en het bestaat nog steeds. Er is dus een noodzaak voor, maar voor mij persoonlijk, als ik het vanuit de clientkant betracht is de eentonigheid, de simulariteit van de dagen die je in een geïnstitutionaliseerd bestaan leidt, met vaste patronen enzo, dat is gewoon conditionering en daarbij voedt het ook nog de verveling. Maar niet de creativiteit. Dus voor mij was het niet van toepassing om steeds dezelfde cirkeltjes te blijven lopen en daarom kunnen sommige lieden dat dus ook niet. Maar sommigen wel. Die blijven dan haken in dezelfde cirkeltjes. Dat heb ik daar dus ook meegemaakt. Op het moment dat ik die eenzame opsluiting had doorstaan, is daarna elk mens een aanspreekpunt, een nieuwe verbindtenis en aan het einde dáárvan zeg maar, ben ik eigenlijk totaal ontvreemd van elke, want ik weet ook hoeveel het schaadt, elke nieuwe verbindtenis, want ik heb geprobeerd met de verplegende staf gewoon normale communicatie en dat komt er niet van. Die communicatie met hen schaadde mij alleen maar, omdat ze alles met een pincet en alles zegmaar tegen een referentiekader legden om mij maar aan genezijde te houden, om mij maar aan de gekkenzijde te houden. Ze deden ook echt moeite om mij aan die gekkenzijde te houden, inplaats van dat er gekeken wordt naar wat nu daadwerkelijk geen normale communicatie is, hoe dit tot stand is gekomen en wat er is gecreëerd om dat te doen, zegmaar, als zijnde de kunstvorm an sich. Dat heb ik wel bevochten dus nou."
"Het 'wij' en 'zij' ook."
"Ja, er is geen wij en zij. Alles is een illusie."
"Maar die is er wel zodra ik, of een of andere zorgmedewerker, dat wil. Heb je een papiertje?"


Paradigmashift.

Patrick tekende het volgende op het schrijfvel:


"Ik was opgesloten en op dat moment zag ik volgens mij dit: een omhoogwijzende driehoek was in de inrichting in Nijmegen op een bord getekend. Bij iedere hoek een woord: 'Ik, Het en Wij.' Volgens mij was het 'Wij'.
Toen kwam ik. Ik tekende er een naar benéden wijzende driehoek doorheen en heb daar bij gezet: 'Zij, Het andere idee en Jij'. Ik maakte het af. Ik spiegelde hun kennis.
'Waar zit toch mijn hoofd?', vroeg ik.
Dat had ik hier getekend [tussen 'Ik' en 'Het andere idee' in] en ik had mijzelf als een aapje getekend met mijn staart, die grote houten rozenkrans die ik altijd omdraag, zo [tussen 'Wij' en 'Jij' in].

En ik zeg tegen ze: 'Ja luister, ik ben dus in voor een paradigmashift, een shift in de ideeënwereld. Ik hield dat zo en zei 'Dus dáár zit mijn hoofd, tussen 'Ik' en 'Het andere idee' en mijn staart zwengelt ergens tussen 'Wij' en 'Jij' maar niet tussen 'Wij' en 'Zij', want daar kan ik niet bij. 'Wij' en 'Jij', daar kan ik bij. 'Zij' en 'Het', daar heb ik niks mee te maken. Mijn hoofd is altijd bij 'Ik' en 'Het andere idee' of bij 'Wij' en 'Jij'. Daar zwengelt mijn staart tussen. Dan ben je altijd goed bezig. Als je niet aan het idee vasthoudt, maar altijd 'Het andere idee' kunt bieden, dan ben je altijd inspiratievol. Dus dit betekent niks anders dan 'inspiratievoll'. Terwijl, wanneer je 'Het' hebt, heb je niks anders dan het vaste idee van het 'Zij'. Dan heb je geen inspiratie, dan volg je het 'Zij'.

In ieder geval een mooie theorie, ik kon er voldoende op losbarsten om die psychiaters aan genezijde te houden. Omdat dat bewijst dat ik abstracter in de wij-vorm, zij-vorm, ik-vorm, jij-vorm, in àl die denkvormen die ze kunnen hebben, oftewel die belangrijke, kun je vanuit de derde, vierde, vijfde persoon kijken, dat ik dat beter kon dan zij. Dat ik ze zelfs op hun eigen functioneren kon wijzen, ook nog qua recht en qua financiën, want ik wist vanaf het begin dat zij mij daar hielden, dat zij geld daaraan verdienden. Dat is een feit.

Dus ik dacht: 'Hoe kunnen jullie over een arme sloeber als ik betááld oordelen?!' Betaald! Terwijl jullie niks van mij weten, ik moet mij helemaal blootgeven en dat voor wat precies?' Absurd. Om mij gek te laten verklaren? Dus toen kwamen ze ook nog aan, je hebt daar dan een behandelplan-bespreking en dan leggen ze jou dat voor. Je krijgt het op een beamer te zien, terwijl ik dus weet van 'die behandelplan-bespreking, alles wat jullie over mij vertellen, daar heb ik recht op om dat te zien. Niks niet! Gewoon over je rechten heenwalsen. 'Ja nee, je moet aan die vragen, je moet aan die vragen...' Gewoon, een afzwengelen van verantwoordelijkheden."


Spuiten of slikken.

"Wat heeft dat voor gevolgen gehad voor jou?" vroeg ik.
"Het liefst willen ze je aan de dwangverpleging hebben en aan de pillen, want dat hebben ze me ook vier keer..."
"En is dat ook gebeurd?"
"Ja, want die keuze, 'spuiten of slikken' was de eerste reactie die het systeem mij gaf, toen ze mij uit die isoleercel haalden."
"Heb jij voor jouw gevoel uitleg gekregen over het waarom van het hoe en wat?"
"Nee. Ik moest slikken. Ik werd er niet eens op gewezen. Ik heb niet eens de bijsluiter kunnen lezen, die eerste keer. Ik kwam uit de isoleer en ik moest die pillen slikken van haar. Geen commentaar."
"Heb je om die bijsluiter gevraagd?"
"Ja, maar pas in tweede instantie kreeg ik die. In eerste instantie kreeg ik 'm niet. Ik kreeg die niet bij het uitreiken van de eerste keer medicatie van haar. Dat zou elke behandelaar toch wel moeten doen. Ik weet niet beter dan dat ik moet slikken omdat ik word gedwongen. Dus ik slik die medicijnen en ben totaal van de wap. Het zieke is, dat ze dat nog een tweede keer hebben geprobeerd en toen vroeg ik wel om die bijsluiter."

"Goed, dat behandelplan werd dus op de muur geprojecteerd," vervolgde hij, "terwijl ik dat dus niet vantevoren heb gehad en ik moet dat meelezen.
Ik zeg 'Ik voel mij hier totaal niet in gespiegeld' en een of andere psychomotorische therapeute, die tikt een paar zinnetjes, terwijl dat hele dossier volstaat met dingen over mij, wat zij dan zouden moeten weten. Ik ben in hun ogen menings- eh, oordeel- en kritiek-gestoord en ik heb overwaardige denkbeelden.
Toen zei ik tegen ze: 'Dat is wel heel makkelijk, want zo kun je wel èlke mening naast je neerleggen'.
Ik was pislink. Het begon dus al met dat hij in het begin mijn vertrouwen schaadde omdat hij niet goed geluisterd had.
Ik zei namelijk: 'Ik hang mijn eigen postertjes op', maar hij had begrepen dat ik Loesje-posters had opgehangen."
"Vaag."
"Bij de eerste intake."
"Begrijp ik, maar ik bedoel waar beoordeel je dan op als je inderdaad maar de helft weet? Of minder."

"Dus ik zeg hem heel rustig en normaal: 'Dokter E., jij was met een vooringenomen instelling aan het luisteren en daardoor was jij naar een ziektebeeld aan het kijken en je was niet aan het kijken naar het verhaal, hoe zich dat ontvouwde. Jij was..."
"Hoe passen we dit ziektebeeld op deze meneer, op eh... hoe heette die ookalweer? Patrick..."
"Ja, en hij schrijft dan in zijn eerste schrijven over mij: 'Imponeert. Bovengemiddelde intelligentie.' Dat was zijn eerste oordeel over mij. Dus ik naar die gast toe. Ik zeg: 'Luister, daar ben ik niet van gediend, dit soort benamingen. Ik heb jullie gezegd: 'het draait om kennis, inzicht en wijsheid' en intelligentie heeft er niks mee te maken. Dat is een cijfer dat jullie in jullie systeem gebruiken wat vaststaat. Kennis, wijsheid en inzicht zijn dingen die kunnen groeien door de tijd heen. Dus dat 'imponeren', dat zegt meer over jou dan dat het iets over mij zegt. Maar in het begin was ik echt briesend op die gast. Ik had echt zoiets van 'voel jij je dom of zo?' Op het moment dat je een psychiater bent en je gaat zo met mensen om en je gebruikt die benamingen, zo lukraak en zo, dan vul je eigenlijk alleen maar de hele tijd je hiaten van jezelf in. Wat jij niet begrijpt aan mensen en niet wat die mensen voor zichzelf beter achten, whatever. Jij ziet wat jij wil en wat jij wil dat beter gaat, maar... Ik heb echt gesprekken met die verpleegkundigen gehad waarin ik te horen kreeg: 'Jij moet veranderen, jij moet veranderen.'
"Letterlijk?"
"Dwingend, met de unitleider en met een of andere gast: 'Jij moet veranderen!' en ik denk van 'Waarin moet ik veranderen?' "
"En dat vroeg je ook?"
"Ja."
"En dan?"
"Waarin dan? Een kikker?"
"Ja, maar wat was hun antwoord?"
"Ja, eh, daar konden ze ook geen antwoord op geven."
"Het antwoord was het behandelplan?"
"Het antwoord was het behandelplan."
"En waar zou je dan uitkomen?"
"Medicatie. Ik zou op medicatie uitomen. In ieder geval een therapie met medicatie, daar zou ik op uitkomen."
"Dat was hun oplossing."
"Hun oplossing."
"Voor jouw probleem."
"Voor mijn probleem."
"Tenminste, heb jij een probleem?"
"Ja, ik heb wel een probleem..."


Voll.

"Wàt is jouw probleem? Helemaal aan het begin weer. Jij ging in de kerk om hulp vragen. Wat is dan het probleem waarmee zij met het behandelplan en medicatie als antwoord kwamen?"
"Dat ik geen huis heb, dat ik geen normale toegang heb tot normale financiën, dat mij de mogelijkheid ontnomen wordt om te werken. Ik word niet voor vol aangezien."
"Hoe kan dat nou? Wat is je achternaam nog een keer?"
"Voll."
"Ik kan wel ergens gaan solliciteren, maar op het moment dat ik dat doe, dan hebben zij zoiets van 'Maar meneer Voll, weet u wel hoe u eruit ziet? U ziet er niet uit als een verantwoordelijk iemand. U ziet eruit als een buitenlander.' "
"Hoe ziet een verantwoordelijk iemand eruit?"
"Die ziet eruit als een Nederlander."
"O!"

"We waren bij de beginvraag," vervolgde ik. "Jij wil werk, een huis en inkomen. De aangeboden oplossing van de psychiatrie was therapie en medicatie."
"Het ging zelfs nog verder: Mijn Rechterlijke Macht (RM), van de IBS uit gaan ze naar de rechterlijke macht en dat betekent dat ze jou je eigen rechterlijke macht ontzeggen en dat je dwangverpleging krijgt. Dat wilden ze dus aanvragen, hadden ze aangevraagd op 8 februari. Dat was niet zo gek lang na mijn opname. Nog voor het verlopen van de IBS hebben ze dat aangevraagd volgens mij. Totdat die RM-aanvraag er is moet je intern blijven. Ze geven je helemaal geen duidelijkheid en ze willen juist dat je door het lint gaat, want dan hebben ze er weer een patient en dus meer geld bij."

"Dus dit systeem nodigt volgens jou hiermee dus sneller uit om mensen tot gek te bestempelen."
"Ja, niet eens wanneer ze over de grens zitten. Het lijkt er zelfs op of ze ervoor betaald worden om de mensen óver de grens heen te pushen zeg maar, ook nog eens. Want het mooiste voorbeeld: De vrouw van wie ik mijn kamer heb, is daar net weg. Ik ben daar op zondag. Op maandag krijgen we bericht te horen dat de vrouw die voorheen in mijn kamer zat, zelfmoord gepleegd heeft. De hele groep werd bijeen geroepen, zonder uitzondering, en die heer E. meldt gewoon dát: dat die vrouw zelfmoord heeft gepleegd. Dat hele rouwproces hebben ze dus losgelaten op die groep. De meesten zijn al depresssief. Ik heb het hem ook gevraagd, waarom hij dit meldt aan dit soort mensen. Je zit persoonlijk al in zo'n heftige situatie en dan krijg je dit te horen en je kúnt er dan ook nog eens niks mee, want je zit opgesloten."

"Wat was het antwoord daarop van meneer E.?"
"Rouwverwerking, wakkerschudden, ik weet niet wat. Hij had geen duidelijk antwoord. Maarja, ik ben ook slechts een patient, dus daar had ik niks mee te maken. Ze hebben de luxe om die beeldvorming totaal onder controle te houden, om de beeldvorming naar de buitenwereld correct te houden. Het werkt in de psychiatrie en psychologie, het is pseudo-wetenschap, omdat ze een papiertje hebben ondertekend dat ze hun beroep uitoefenen, een eed afgelegd. In Duitsland is er inmiddels een gozer die zelf psychiater is geweest en die allerlei zaken verkondigde, omdat het ook een soort 'nieuwe kleren van de keizer' is, zijnde van ik trek de mantel aan en die show ik en het maakt niet uit of ik naakt ben of niet, maar ik heb die status en ik zeg dat het werkt en dat wordt dan gewoon aangenomen. Dat placebo-effect is van kracht. Zodoende wordt ook de diagnose die zo iemand stelt zomaar klakkeloos aangenomen. Op het moment dat ik daar aan de medicatie zat, ik had toen twee spuiten in mijn bil gekregen nadat ik had geageerd op mijn langerdurende gevangenisstraf, omdat ik mijn RM aan het uitzitten was."

"Maar je lacht hierom. Er is iets gebeurd."
"Nou, dat was wel weer het zonnetje. Net zoals ik toen was begonnen met mijn theatrale uitingen die nacht, kon ik dezelfde theatrale uitingen in die instelling laten plaatshebben. Ze hadden mij opgesloten in de douchecel en Jeroen (Bevers) was aan het wachten op mij. Ik had net te horen gekregen dat ik vast bleef zitten. Ik kon wel gaan discussieren met Jeroen, maar dan zou ik alleen maar bozer worden, dus ik moest die woede even uitzitten. Ik wilde gewoon communiceren, maar zij communiceerden niet en ik ga ook niet communiceren. Ik blijf binnen mijn abstracties. Dat had ik beloofd met mijn sleutel. Pas wanneer ik er weer uit ben, haal ik mij uit mijn abstracties en dan laat ik zien wat ik heb gedaan. Met mijn Luchtkasteel en dat ik vasthoud aan 'Het andere idee'. Dat je je eigen rites maakt, je eigen rituelen, je eigen wereld creëert. Dat is uiteindelijk het doel. Dus, dat daargelaten. Waar was ik?"
"De douche."
"Ik hoor van mijn medebewoners ook allemaal verhalen en fantasieën van hunzelf. Ik krijg van een meisje wat ik daar heb leren kennen 'De doos van Pandora' mee. Ik moet die realiteit mijn zelf maken, want geloven in jezelf is één ding, probeer maar eens honderd procent te geloven in iemand ánders' denkwereld. Mwoh! Dat is nóg moeilijker! Zowaar, ken u zelf en als u een ander kent, dan bent u eh... ja... dan ben je goed! Dan ben je, dat kan alleen eh...

Inzicht in één der pisbakken van het psychiatrisch personeel.

Pandora's doos.

Oké... Pandora's doos. Ik zit in het gekkenhuis en Pandora's doos wordt zichtbaar voor mij. Ik heb dus alle bewoners -je schaalt ze in, ik ook dus, even op een moment, naar sterrenbeeld enzo. Maargoed, ik kwam binnen en zij zegt haar naam en meteen daarop zegt ze 'Jij bent een Draakje hè?' en 'Ah! Jij bent ook dit -en je bent Steenbok hè?' "

"Dat wist zij gewoon?"
"Dat wist zij gewoon. Sommige dingen wist zij gewoon. Dus ik zit in Pandora's doos met de sterrenbeelden. Want voor mij zijn dat dan de enige mensen waaraan ik die sterrenbeelden kan herkennen zegmaar. Tenminste, waaraan ik kan herkennen... ja... dat het die sterrenbeelden zijn. Maar die emoties die bij de doos van Pandora horen, de kwade krachten en geesten. Die dierenriemsymboliek schuurt door mijn hoofd, de doos van Pandora komt door mijn hoofd. Dus ik denk: om mijzelf te inspireren, gebruik ik mijn kamer als Pandora's doos. Dat elk en de hele zooi is zegmaar Pandora's doos, alleen wij zijn net de kwade geesten die allemaal gevangen worden gehouden. En door wie dan? Ja, door de regenboogslangen. Slangen die telkens een andere kleur hebben. Perspectief, in de dromen en dus haar wereld, Pandora's doos, theatraal en ik moet daar blijven zitten. Ik sluit me op in de douche, ik zet alle kranen open en laat het overvloeien. Een tranendal creëren. Ik creëer mijn eigen wereld in een douche, met handdoeken, om zelf zeg maar hemel, aarde en hel te hebben. Als ik dat met een camera had gefilmd, had ik zelf een mooi scheppingsverhaal gecreëerd. Daar gaf ik ze dus de overstroming. In ieder geval, wat daar allemaal achter gesloten deuren plaatsvond, dat stroomde naar buiten."

"Ook letterlijk, de douche uit, de gang op?"
"Ja. De overvloed aan emoties en tranen. The overflow, dat bracht ik ze. Ik kom die kamer uit, eerst in mijn nakie, dus trek ik mijn witte pak aan, net een dokterspak zegmaar, ga onder de douche staan, ga naar buiten ga weer lijnen tekenen. Net zoals ik de ochtend ervoor met de sneeuw deed met mijn blote voeten in de bothanische tuin, ging ik nu lijnen trekken met mijn natte broekspijpen. Het eindigde nu in de keuken waar ik dus op het zwarte graniet ook weer een zonnetje tekende en middenin het zonnetje languit ging liggen. Toen kwam de verpleging en ik houd mijn voeten omhoog, zo van 'pak me maar' en ze droegen mij naar de separeercel en alles zonder communicatie.
Ze leggen mij daar neer en ik doe dan net alsof ik slaap en ik laat ze mooie crack zien en op dat moment zegt dokter E.: 'Patrick, je gedraagt je psychotisch'.
Ik sta meteen op en zeg tegen hem: 'Hoe durf je nou te zeggen dat dit psychotisch is? Het is dramatisch, maar niet psychotsich. Hoe durf je daarover te oordelen? Jullie oordelen. Flikker op!'

'Je moet nu medicijnen slikken.'
'Dat móét? Ik moet niks, stelletje slangen! Ik ben de slangendrager, ik ben de geneesheer,' zeg ik, 'jullie komen niet - aan - mij!'.
Maarja ik had al vast besloten dat ik de slangendrager zou worden, dus ik krijg twee spuiten in mijn bil, want ik had besloten geen dwangmedicatie te willen. Ze wilden die pillen gewoon door mijn strot naar beneden drukken. Dat is gewoon kijken of Haldol op hem werkt. Dat was eigenlijk zijn idee: 'Kijken of Haldol op hem werkt'.
Nou, mateloos depressief word je van die kutzooi! Levenloos."
Een van de verplegers bedreigde mij voordat ik de medicatie had ingenomen. Hij zei: 'Het is dit [medicatie], de cel of de dood,' zei die. Ja."

"De dood bedoelt hij toch niet als dreigement van ik máák je dood, maar als 'je zit op de rand'?"
"Ik weet niet hoe hij het bedoelt, maar op dat moment word ik aangevallen door vijf personen en hij staat daar even doodleuk belangrijk te doen en hij roept dat. Waarom roept hij dat? Waarom probeert hij mij zoveel angst in te boezemen? Wat is dat? Denkt hij niet na? In welke situatie zit ik? Toen weigerde ik dus die tabletten in te nemen die hij mijn strot in wilde drukken. Toen zei ik: 'Weet je wat jullie kunnen?' Ik legde zo suiker zo op de tafel, toen deed ik water zo. 'Weet je wat jullie kunnen? Jullie kunnen mijn kruis kussen en mijn rug op!' "

"Suiker en water?"
"Ja, dat is weer een symbolisering van kristal en vloeibaar. Ach, dat was eigenlijk niks, dat was, ja, dat poedersuiker. Op dat moment dacht ik dat ze mij aan het vergiftigen waren, dat alles wat ik aanraakte, dat daar gifstoffen in zaten, dat daar verdovingsmiddelen in zaten. Overal dreef viezigheid op, alles was..."
"Zo zag jij dat?"
"Ja, maar het enige dat ik observeer is hun realiteit. Ze konden alles in het water stoppen, want om de zoveel tijd komt er iemand langs om het water te controleren. Dat heb ik bij mij thuis niet. De zuiverheid van het water wordt allemaal gecheckt in het ziekenhuis. Ik heb zoiets van..."
"...waarom?"
"Precies."
"En weet je waarom?"
"Nee."
"Zeggen ze waarom?"
"Ze zeggen vanwege de controle op de zuiverheid van het water, maarja, ze kunnen je wel alles wijsmaken."

"Wat zijn dan jouw gedachten daarbij, dat daar mensen komen, een keer in de zoveel dagen, om de zuiverheid van het kraanwater te controleren? "
"Ach, het hele rijlen en zeilen in zo'n instelling dient onder de loupe te worden genomen, want het begon met dat voorval met die vrouw die zelfmoord pleegde op één van de eerste dagen die ik daar was. Sowieso in de begeleiding en dat je dus leert dat die vrouw dat ging doen, terwijl mensen dat dus wisten en die dokter fouten heeft gemaakt in zijn diagnose en dat die vrouw dat toch kon gaan doen. Ze wisten dat die vrouw dat wilde doen en dat dus had. Dan ga je wel denken: 'Heb je dat wel vaker, dat je mis zit als psychiater en dat je dan geen verantwoording hoeft af te leggen, alleen maar omdat je je professionele distantiëring intact houdt? 'Ja eh, dat is ze zelf geweest...' Maar, dat je zeg maar mensen tegenkomt die aan de medicatie hebben gezeten en die dáárvan depressief zijn geworden, dat kwam pas later tijdens een TROS-bericht. 
Ik was bezig met een meisje daar, dat was helemaal over haar toeren want ze had veel teveel medicatie op en die was alleen maar aan het praten over pillen. Alleen maar over pillen!

Ik zeg 'ben jij niet verslaafd aan die pillen en de gevoelens die die teweegbrengen?' Ja, en dan was ze dus van die pillen af na een tijdje, want die zat al vanaf oktober aan die pillen, dus was ze verslaafd geraakt aan die pillen en daarna aan die emoties en ja, dat gaat maar door.
Nu is ze tot het besef gekomen dat ze eruit moet. Ze wil rust hebben. Maarja, die hele instelling doet niks voor haar. Dan zit ze in dezelfde positie als ik, nou, die meid is 23 jaar, heeft een normaal leven gehad en een normale woning, alleen dat is haar alleen maar dankzij die therapie allemaal afgenomen, dus ze kan nu nergens naartoe. En ja, that's it, that's life, weet je, en nu bouw het maar op. En dat vanuit verschillende traumaposities. En dan zit ze eerst met haar lichamelijke dingetjes, want die heeft jarenlang stilgezeten. Dus al die verhalen daar, daar zou eigenlijk iets mee moeten worden gedaan en daar houdt eigenlijk mijn verhaal op, waar hun verhalen zouden moeten beginnen."


Geestelijke zorg.

"Jij wantrouwt dit systeem van de zorg zoals het nu in elkaar zit?"
"Ja."
"Je zegt dus eigenlijk dat je geen inspraak hebt in je zorg, je niet goed geïnformeerd wordt en dat het soms, dat gedwongen verhaal... Laat ik het zo zeggen; dat het soms lijkt alsof ze je ziek willen maken, om aan jou te kunnen verdienen."
"Ja, dat is wel correct. Dat is vanwege de huidige instelling, de manier waarop de zorg is gemaakt, iedereen betaalt automatisch aan die zorg en dat wordt alleen maar meer. Dat automatisme wordt alleen maar meer en meer en meer en meer."

"Welk automatisme?"
"Van de zorg. Dat hebben ze erin gemaakt. Het wordt allemaal vergoed. Dus ben je een arts, dan heb je een soort belasting. Je int in feite belastinggeld. Je bent een van de inners van belasting. Jouw loon is garant gesteld door de regering en dat wordt dan nog aangevuld met subsidies [en bonussen, pepé]."
"Maar dan hoeft het nog niet mis te gaan. Een overheid mag een ziekenhuis ook wel betalen, zodat zij hun werk kunnen doen, maar dan hoef je nog niet, als meneer Voll binnenkomt, meneer Voll ziek te praten."
"Precies."
"Ik heb het hier niet over de fysieke, maar de mentale, de geestelijke zorg. Sinds jaar en dag is bekend dat geestelijke zorg, dat wordt ook door de kerk erkend, de geestelijke zorg is gewoon je onvoorwaardelijke liefde naar de patient toe. Dat zou je moeten hebben en dat is er nu niet."
"Maar nu hebben we het over twee zorginstellingen: de kerk en de geestelijke zorg."
"Nee, eigenlijk hebben we het over één en dezelfde, je kunt ze namelijk niet los van elkaar zien, omdat de kerk zich altijd met de geest heeft bemoeid. De kerk heeft de geest gemaakt."
"Maar een kerk is geen geestelijke instelling."
"Jawel, dat is het wel."
"Maar geen psychiatrie of..."
"Jawel, is het wel."
"Ja?"
"Ja, want waar gaan mensen heen om hun geest te verlichten?"
"Ja, de link begrijp ik, maar het zijn toch twee verschillende instellingen, of niet?"
"Nee, want het is een joodschristelijk cultuurtje wat hier hangt, dus aan de top van de wetenschap, daar gelooft iemand ook in zijn wetenschap. Er moet iemand zeggen die zegt ik geloof in die wetenschap, maar ik ben ook christen, maar die zitten ook aan de top. Dat zijn christenen die in hun wetenschap geloven en die heet dan de psychiatrie. Dus zij controleren het nog. En hoe hoger je gaat, dan kom je op heel andere belangen, je komt op heel andere machtsstructuren, belangen."

"Ik raak je ergens een beetje kwijt. Heel aards is een kerk een heel ander gebouw dan een psychiatrische instelling. Wanneer ik aanklop bij een kerk en ik zeg 'help', ik vraag geestelijke hulp, dan kán een geestelijke zeggen: 'dit gaat boven mijn petje, ga maar naar een psychiater toe'. Dus het zijn twee verschillende instellingen. Het is wel allebei geest en soms zelfs verenigd in één persoon die er een machtspositie eruit probeert te halen, maar toch zijn het twee verschillende instellingen, ofniet?"
"Dan moet je het goed zeggen: het zijn twee verschillende vooringenomen instellingen met beiden de vooringenomen instelling dat er zoiets als de geest is. Happy day!"

"Is er een geest?"
"Is er een lichaam? Snap je? Er is een geest er is een lichaam.
Als er een lichaam is, dan is er een geest. Dat is voldoende toch?
Als jij er bent, ben jij er, dat is voldoende toch?"
"Maar dan heb je een geestelijke hulpvraag -en dan?"
"Ik had een fysieke hulpvraag."
"Geld, werk, huis. Zat daar een geestelijke hulpvraag ónder?"
"Het idee."
"Welk idee?"
"Het idee aan de top van de piramide. Dat er het hoogste is, dat er iets is aan de top van de piramide. Dat idee. Wanneer je aan de bodem van de piramide staat en je kijkt omhoog, dan lijkt een piramide een trap zonder einde. Je kunt zo ver en hoog kijken als je wil, maar je ziet er hooguit de helft van. Hoe de bovenste helft van de piramide eruit ziet, zul je moeten ontdekken in je fantasie. Dus dat idee moet neergesabeld worden, dat er iets hoog is, terwijl we onze focus niet hier op aarde hebben liggen, op dat gene wat er werkelijk toe doet: de aarde, gewoon. En dat we wel heel ver buiten ons kunnen kijken, maar vaak niet in ons hart. Allemaal vragen die een idee op moeten roepen, maar wanneer je Het idee al hebt, waar blijven je vragen dan?"


Het lichaam van Christus / Haldol.

"Dat is de vooringenomenheid, zeg maar?"
"Vandaar dat ze iets kunnen doen. Mensen hebben een idee dat er iets mis is met hun geest en gaan dus met die hulpvraag naar één van die beide instellingen toe. Bij de één krijg je soelaas in god, omdat je je geloof in de handen van god legt en bij de ander krijg je soelaas van de god van de wetenschap, omdat je daar je geloof in de handen van de god van de wetenschap legt. In zoverre; zelfde god. Je plaatst hem buiten jezelf."
"En wat dan, inplaats daarvan? Wat is 'Het andere idee' hiervoor?"
"Er is niet zoiets als de geest. Er is slechts de mens. U weet niet eens wat menselijk gedrag is. De mens heeft ook zijn omgeving en als je de mens uit zijn omgeving haalt en dan ook nog eens medicatie geeft, wat houdt u dan over? Ik heb gezien dat je pudding overhoudt. Kamerplanten dus."

"Geldt hetzelfde voor de kerk? Is een hostie vergelijkbaar met Haldol?" vraag ik Patrick.
"Een hostie symboliseert iets anders."
"Het lichaam van christus."
"Ja, maar daar zijn ze wel eerlijk over. Het symboliseert iets: Kannibalisme. Het lichaam van christus. Die Haldol was een medicijn en daar geloven ze heilig in."
"En het idee erachter, is dat hetzelfde? Zodra jij je mond opent voor een pastoor en die stopt daar het lichaam van christus in, word je dan net zo'n slaafse volgeling als van de Haldol?"
"Jazeker, dan ben je net zo'n slaaf. Met die optiek had ik nog niet..."
"In de psychiatrie krijg je dus dagelijks je medicijnen, je dagelijks brood..."
"...en dan komen die medicijnen," vulden we elkaar weer aan, "en daarna liggen ze in bed, helemaal platgemidicineerd en als het al iets te druk wordt, dan worden die medicijnen opgevoerd. Er worden ook regelmatig fouten gemaakt met de medicatie."

"Hebben we het nu puur en alleen over de katholieke kerk, de christelijke kerk of over religies in het algemeen?"
"Religie in het algemeen."
"Oké. En die volgzaamheid, dat numb-zijn, de geestesdood, enzovoort, wat, want daar, jij gaat niet voor niets met een kerstboom de kerk binnen..."
"Blindvolgen. Vroeger waren er blinde volgelingen, en ik hoop dat ik nu toch wel wat ogen geopend heb. Het gaat mij niet om de religie, het gaat mij erom of dat je blind volgt of volgt uit vrije wil. Dat is heel iets anders. Die keuze, die heb ik nu gecreëerd."
"Welke keuze?"
"De keuze van de vrije wil, voor diegene die die daadwerkelijk wíl volgen. Blind volgen is iets anders dan met open ogen ergens in tuinen. Ik tuin er liever met open ogen in en dat ik weet waar ik mee bezig ben, dan dat ik me blind ergens de afgrond in laat leiden."

"Phew," eindigde ik ons de hele dag durende gesprek, "wat zijn jouw afsluitende woorden voor dit artikel, Patrick?"
"Ik zou het niet weten,"
waar we allebei hartelijk om moesten lachen.


Tekst: 28 - 30 maart 2010, pepé: lettermenger,
(herbewerking: 13 juni 2012).
Foto's ook van pepé, 28 maart en 7 juli 2010.




1 opmerking:

  1. niet voor Voll aanzien ;-)) .....droom.....script...... de grootste verslaving-drama ruud

    BeantwoordenVerwijderen